Geen tijd meer

(door Rein de Waal)

 

Op het eerste gezicht was er aan de enigszins corpulente jongeman, die mij vriendelijk glimlachend de hand schudde, niets bijzonders te merken. Maar eenmaal plaatsgenomen in de splinternieuwe zithoek van de riante werkkamer meteen achter de imposante hal verried zich de grote spanning waaraan hij onderhevig was.

Hij had mij de vorige avond gebeld. Het door zijn vader opgerichte bedrijf, waarvan hij nu directeur was, zat verlegen om enige versterking van het eigen vermogen. En onder de donateurs van onze Stichting, allen immers eigenaren van familiebedrijven, vermoedde hij gefortuneerde belangstellenden voor een dergelijke participatie. Ja, het zou gaan om een bedrag van € 250.000 en er was haast bij, want de bank had op niet mis te verstane wijze hem de wacht aangezegd.

En nu had hij het grootste gedeelte van zijn koffie op zijn onberispelijke broek gemorst.

Na geagiteerd de twee dames van de receptie te hebben ingeschakeld voor doeken en lauw water kwam hij terug met in zijn kielzog een wat kleiner heertje met een kaal hoofd en priemende zwarte oogjes.

"Ik wil u even voorstellen aan mijn vader", zei hij, "Papa is nog elke dag op de zaak." "En dat is een hele steun voor mij", voegde hij er een beetje mat aan toe.

"Papa" keek mij argwanend aan en zei raadselachtig: "Ik wens u veel succes". Toen verliet hij zonder een blik op zijn zoon de kamer, de deur achter zich openlatend. De uitdrukking van de jonge directeur kon niets anders omschreven worden dan als "verneukt".

"Kijk", zei deze even later echter met een dappere glimlach, "dit is mijn strategisch plan voor het komende jaar. De bank heeft mij gecomplimenteerd met de duidelijkheid en de volledigheid van de maatregelen die ik voorstel. Als wij de solvabiliteit op korte termijn verbeteren is voortzetting van de kredietfaciliteit geen probleem. Het bedrijf heeft perspectief genoeg."

Gedurende enig tijd bestudeerden wij de cijfers en bespraken wij de opties. Inderdaad was er reden tot optimisme: de producten waren ijzersterk en hadden een voortreffelijke naam. De concurrentie in de betreffende branche was weliswaar groot, maar met een goed marketingconcept lagen er kansen te over, dat was duidelijk.

Op instigatie van de bank had een illuster adviesbureau een haalbaarheidsonderzoek verricht. Terwijl wij dit doornamen kwam een grote kerel met een zilvergrijze kuif plompverloren binnen.

"Waar is senior?" vroeg hij kortaf.

De 30-jarige bedrijfskundige van de bekende technische universiteit in de randstad, statutair directeur van de vennootschap, reageerde niet naar behoren: "Eh, als hij niet op zijn kamer is, misschien bij Arie. Eh, anders, tsja, ik weet het niet, vraag eens aan Monique, wil je".

Het rapport van het organisatie-adviesbureau loog er niet om. Naast keiharde constateringen over de gebrekkige organisatie en control werd in de laatste paragraaf de vloer aangeveegd met mijn gesprekspartner. Enig vooruitzicht op verbetering was slechts mogelijk indien de falende directeur op de kortste termijn zou worden vervangen.

Ik keek junior enige tijd vragend aan. Wij waren in die tussentijd nog twee keer brutaalweg gestoord door figuren die onduidelijke besognes in zijn kamer schenen te hebben.

"Wat zei je vader toen hij dit las?" vroeg ik.

"Hij moest er om lachen ....", antwoordde hij. ".... schamper".

"Papa", vervolgde hij, "heeft mij bijna twee jaar geleden met veel vertoon directeur gemaakt. Zijn hele hebben en houden is meeverbonden aan het krediet, ook zijn pensioen in de Holding. En weet u? Sindsdien heeft hij mij alleen maar tegengewerkt. Alles wat ik doorvoerde aan verbetering of besparing werd teruggedraaid of gewoon niet uitgevoerd door de mensen. Ook vandaag, terwijl wij er zo belabberd voorstaan, loopt hij gewoon weer te zieken".

"Ik begrijp het niet", zei hij toen, met een bijna verontschuldigend lachje.

Ik begréép het ook niet. Helaas konden wij niets meer voor hem doen. Er was geen tijd meer.

De bank was tot de conclusie gekomen dat het voortreffelijk geschreven ondernemingsplan niet méér bewees dan talent voor het schrijven van ondernemingsplannen.