HOOFDSTUK 11 ....prijs....

 

Behalve amateurjockey Paul Nouwen en het gespierde achterwerk van Leo Lampe doet niets aan paarden denken, die avond van 6 januari ‘88. Voor de expert is de toegepaste techniek echter onmiskenbaar.

Laten wij beginnen met een beschrijving van de te nemen horde. Dat is een door advocaat Peter Wakkie opgestelde “machtiging” waarvan het de bedoeling is dat alle aandeelhouders “die tekenen en nog wel diezelfde avond, alsjeblieft”. De tekst hiervan luidt als volgt:

“ De ondergetekende aandeelhouders van Tonnema B.V. te Sneek gaan akkoord met verkoop van alle aandelen Tonnema B.V. bij een totaalprijs van niet minder dan f 26 miljoen. in contanten, met dien verstande dat ......  (volgt de 10%  escrow). De machtiging vervalt op 29 januari 1988.”

Het edele dier, dat na een afleidend galopje tot prompte verkoop tegen een plotseling opdoemende prijs dient te worden aangespoord, lijkt samengesteld uit de aandeelhouders van de N.J.-tak met uitzondering van directeur Fons en contactvrouw Esther, die natuurlijk eerder zijn geïnformeerd.

De Frankenstein-achtige berijder is dus opgebouwd uit "Bakx en de P.J.’s",  Pierson, commissarissen en gelardeerd met Esther en Fons.

Uit een opmerking aan het einde van de avond van mr Wakkie blijkt inderdaad dat de in november toegestuurde "verklaring" door alle aandeelhouders, met uitzondering van zo'n 2 procent (Leo Lampe), is getekend.

Ruim 98 procent heeft zich dus vastgelegd om te zullen verkopen als 75 procent een bod van een gegadigde aanvaardt.

Maar wat blijkt nu?

Mr Beelaerts van Blokland, mr Taudin Chabot en drs Boersma van Pierson, Heldring & Pierson (drie mannetjes - 8 namen), die halverwege de zitting zijn binnengelaten, noemen geen gegadigde met bod.

De bedoeling ligt nu weer even anders. Beelaerts verhaalt “wat er allemaal gebeurd is vanaf 15 juli 1987, de dag dat Pierson opdracht kreeg tot het onderzoek naar verkoop, met als criteria: waarborgen voor de werkgelegenheid, de merkenpositie en het Nederlands karakter”

Hou  ze in de gaten, die criteria.

Pierson waardeerde het bedrijf op basis van financiële maatstaven op f 17 á f 19 miljoen”.

Gezien de overeenkomst met het eigen vermogen een hele prestatie van deze patricische financiële instelling.

“De sterke merkenpositie en de potentie gaven dan een meerwaarde tot f 25 miljoen minimaal. De waardering vond wel plaats vóór de 'krach'' van 19 oktober 1987".

“Er zijn toen 22 bedrijven op een 'no name' basis benaderd, men heeft 15 gesprekken gevoerd en zes (toch wel!) kandidaten hebben een bod uitgebracht. Er is gesproken zowel over Tonnema als over de potentiële koper en de wijze waarop deze kon voldoen aan de gestelde cri­teria” .

Na wat toelichting op de sterkere en de zwakkere kanten van “Tonnema”, vraagt Beelaerts aan aandeelhouders “een mandaat om met de drie overgebleven kandidaten verder te onderhandelen en een overeenkomst te sluiten, indien de verkoopprijs meer dan ƒ 26 miljoen zal bedragen”. Maar Pierson moet dus wel 100% van de aandelen kunnen aanbieden, moeten de dames en heren begrijpen!”.