HOOFDSTUK 27 ....academici....

 

Herman de Vries uit Offingawier is één van de erven van Piet de Vries. Ooit was hij werkzaam bij Tonnema, maar hij is nu eigenaar van een jachtwerf en hij rebelleert op zijn manier tegen het beleid van zwager Bakx. Hij belt met De Waal en gaat serieus in op het bod van zijn achterneef. Hetgeen niet ver­wonderlijk als je nagaat dat dit voor hem bijna ƒ 260.000,- méér betekent: ook in Offingawier is dat nog steeds geen kattendrek.


Hij verklaart zich bereid tot een nader gesprek op de maandag, maar geeft wel aan dat hij zit met het risico dat er, als het niet zou lukken met Lampe, opeens de situatie ontstaat dat er geen enkele kandidaat meer over is. Lampe en adviseurs gaan koortsachtig aan de slag met een formule die hem ten aanzien van dit (feitelijk te verwaarlozen) risico gerust zal stellen. Deze kans om één en dus ook méér schapen over de dam te krij­gen moet ten volle worden uitgebuit!


Maar helaas. De brave Herman wordt meedogenloos teruggefloten! Wat er dat weekend gebeurde zullen wij wel nooit te weten komen, maar de afspraak wordt afgezegd en wij vinden hem de volgende dinsdag gedwee en enigszins verneukt op de aandeel­houdersvergadering terug.


De opstelling van Bakx en zijn 'grip' op de erven P.J. blijft een enigma. Lampe en De Waal hebben Bakx nog eens thuis be­zocht en zelfs een uur vóór de vergadering doen zij met hulp van een senior partner van Price Waterhouse nog een poging hem te bewegen mee te werken aan een alternatieve actie. Maar de essentie van zijn betoog is steeds: "Maak het maar hard", terwijl hij heel goed weet dat de deur voor zelfs het oppervlakkigste onderzoekje stijf gesloten blijft.


Frans Bakx, de enige academicus in de P.J.-tak (de N.J. 's hebben er zes), wist wel degelijk van de hogere biedingen van diverse concerns op het moment dat zijn achterban nog werd gemasseerd voor de Mars/Van Nelle deal en wij zullen ons dan ook altijd blijven verwonderen over een man die, met een aanzienlijke macht van 50 % van het aandelenkapitaal in handen, zo luchtig over een meerprijs van vele miljoenen heen stapt.
Dat hij weliswaar het beste met zijn volmachtgevers voorheeft laat hij blijken als hij in de vergadering met grote nadruk verzoekt of de betaling van de koopsom, toegezegd op 31 maart, toch vooral vóór 10 uur kan plaatsvinden. Hij wil het geld toch zo graag nog vóór Pasen (het komende weekend) naar de aandeelhouders overboeken.


Om een brok van in je keel te krijgen! Dat laten wij echter nog even zitten, want het grote moment is aangebroken: de familie neemt in al haar glorie afscheid van de ouwe getrouwe levensgezel, die met zoveel bloed, zweet en pepermuntolie zoveel heeft bijgedragen aan haar welzijn.


Iedereen is er, stijlvol en toch stemmig uitgedost: de gele­genheid is tegelijk vrolijk en een beetje treurig. Gevoelig voor het bijzondere van dit moment, is de fabriek in Sneek als vergaderplaats gekozen. De vlag wappert, de champagne staat koud, de achtergrondmuziek klaar en de Ondernemingsraad is voor de gelegenheid uitgenodigd de vergadering bij te wonen. De burgemeester en andere notabelen, zomede een aantal oud­-werknemers is uitgenodigd voor een beschaafde receptie, waar met de top van de nieuwe "moeder" kan worden kennisgemaakt.


Aan het eind van de vergadering voert Aloys voor het laatst het woord en bedankt, met van ontroering trillende stem, directie en commissarissen voor het gevoerde beleid. Hij bedankt het personeel en wenst het een gelukkige toekomst onder de veilige vleugels van de met zoveel zorg uitgekozen Van Nelle. Aan voorzitter Jongsma van de OR biedt hij namens de familie een verrassing aan.


En over de gezellige bijeenkomst achteraf, waar vele oude herinneringen werden opgehaald en commissarissen zich 'sans gêne' onder het gewone volk mengden, werd nog lang nagepraat.


Klasse, nietwaar?


Nou, vergeet het maar!