HOOFDSTUK 33 ....moment....

 

Wel, als rechter met moed, die zich niet laat afleiden door de "status quo" (Tonnema als onderdeel van het Van Nelle con­cern), ben je er dus achtergekomen dat er in het geheel geen "wezenlijke belangen van de vennootschap" in het geding zijn. Bij zorgvuldige nalezing van de stukken blijkt dat op 3 febru­ari nog geen sprake was van het feit dat Van Nelle koper zou worden, of aan de vereiste garanties zou (willen) voldoen.

 

Plotseling doemen er andere vragen op. Is het eigenlijk wel van belang of Lampe zelf kapitaal heeft? Dat staat nergens en tenslotte is De Vries indertijd ook begonnen met het geld van de oude Tonnema. En, gaat het mij als rechter, of, evenzeer, de andere aandeelhouders eigenlijk aan om welke reden een aandeelhouder (in dit geval Lampe) eigenlijk gebruik wil maken van zijn statutaire voorkeursrecht? Nee, nou ik er goed over denk, er is nergens beweerd dat het bedrijf als "familiebe­drijf" in stand dient te worden gehouden.


Als ik dan goed verder lees, kom ik op steeds meer irrelevan­ties. Zoals deze: de constatering dat het aandelenbezit is gespreid over een groot aantal personen, dat deze verdeeld zijn over het te voeren beleid en dat zij zich niet in staat achten in de toekomst te blijven zorgen voor management en kapitaal, dat zijn toch alleen maar geldige redenen om tot verkoop over te gaan? Maar niemand zegt dat zij dat niet mogen, ook Lampe niet. De reden waarom iemand wil verkopen speelt bij de statutaire aanbiedingsplicht geen rol. Integen­deel, artikel 8 van de statuten geeft impliciet bescherming tegen allerlei mooie redenen om aan een ander dan de gegadigde mede-aandeel­houder te verkopen.


Wat lees ik daar? De ondernemingsraad heeft in Lampe geen vertrouwen. Maar is de feitelijkheid daarvan wel onderzocht? Ik dacht het niet. Dat is een bewering van Tonnema en die kan wel zovéél beweren. Je bent toch niet voor niets rechter! Bovendien is het de vraag of het op dit moment van enig belang is. Tenslotte zijn bevoegdheden en werkwijze van de OR wette­lijk perfect geregeld, zodat ik hier niet als beschermengel hoef op te treden.


En dan die patstelling! Mijn hemel, ik krijg nog rooie oren als ik dat weer lees. Wat een blunder! Ook hier is het betoog van Tonnema voor waar aangenomen. Een cursus "schaken voor beginners" is hier wel op zijn plaats. Want niet alleen was er van pat geen sprake, aangezien er wel degelijk gezet kon worden zonder schaak te komen staan, maar bovendien was het tijdverlies, want meer is het niet, te wijten aan de verkopen­de aandeelhouders en niet aan Lampe.

Want, is het immers niet zo dat, als Lampe er op gewezen wordt dat hij door het simpele feit van zijn aandeelhouderschap er rekening mee moet houden dat de statuten wel eens gewijzigd kunnen worden, ook de verkopende aandeelhouders erop gewezen moeten worden dat zij dat dan wel op het daarvoor geëigende tijdstip dienen te doen?


Het bovenstaande beschouwende, moet ik mij dan eigenlijk niet heel simpel op het standpunt stellen dat de aandeelhouders zo stom zijn geweest om op 6 januari te verkopen, aan een onbe­kende, zonder de voorzorg te hebben genomen de belemmerende aanbiedingsregeling van artikel 8 te veranderen. Nu laden zij de verdenking op zich de statutenwijziging van 3 februari uitsluitend te hebben doorgevoerd om hun nalatigheid te her­stellen, zich realiserende dat op dat moment de regeling geac­tiveerd was?


En is daardoor ook niet meteen te stellen dat door de keuze van het moment er geen andere bedoeling was dan het frustreren van een aandeelhouder (in dit geval Lampe) in zijn rechten? En dat de gelegenheid die Lampe bij kort geding had gekregen om zijn verhaal te doen hier niets aan afdoet, omdat de President duidelijk gewaarschuwd had dat er sprake moest zijn van "wezenlijke belangen" en dat die er dus helemaal niet bleken te zijn?


In deze trant kunnen wij onze imaginaire rechter nog wel even door laten gaan, maar de lezer moet zelf ook maar wat logisch denkwerk verzetten. Uw mening heeft nog steeds onze belangstelling!  

 

Voldoende duidelijk lijkt ons dat wij vraagtekens zetten bij de conclusies van de verschillende behandelende rechters. Als "levenslange" teamsporters vinden wij het niet erg om te verliezen, maar thuisfluiters, nee, daar kunnen wij niet zo goed tegen!